Inteelt

In een gesloten populatie als die van het KFPS speelt inteelt een belangrijke rol in het fokkerijbeleid. Feit is dat de inteelt binnen de populatie van Friese paarden in de afgelopen decennia te sterk is toegenomen. Er zijn twee hoofdredenen te benoemen waarom het controleerbaar maken van inteelt essentieel is. In eerste plaats betekent een sterke toename van inteelt dat de genetische variatie afneemt. Genetische variatie is de basis om genetische vooruitgang te boeken. Selecteren en het streven naar behoud van variatie zullen dus hand in hand moeten gaan. De tweede hoofdreden is het feit dat inteelt de oorzaak is van het voorkomen van erfelijke afwijkingen. Afwijkingen als waterhoofd en dwerggroei zijn rechtstreeks te herleiden naar inteelt. Daarnaast heeft inteelt een bewezen negatieve invloed op de zogenaamde fitnesskenmerken, zoals vruchtbaarheid, ziekteresistentie, etc. Er moet in het beleid onderscheid gemaakt worden tussen inteelt op het niveau van het individuele paard en inteelt op populatieniveau.


Inteelt op paardniveau

Leden worden door het KFPS geadviseerd om bij het maken van paringen, nauwe inteelt te voorkomen. Als hulpmiddel wordt daarbij aangegeven, dat de inteeltcoëfficiënt van een combinatie niet groter zou moeten zijn dan 5%. Deze inteeltcoëfficiënt wordt berekend binnen 5 generaties. Feitelijk levert dit een onderschatting op van de werkelijkheid, berekend over meerdere generaties is het inteeltpercentage veel groter.


Inteelt op populatieniveau

Voor het beperken van de inteelttoename op populatieniveau worden door het KFPS een tweetal instrumenten gebruikt. In de eerste plaats worden dekbeperkingen voor hengsten toegepast, om de invloed van individuele hengsten te beperken. Daarnaast wordt het kengetal verwantschapspercentage benut bij de hengstenselectie. Het verwantschapspercentage geeft de mate van verwantschap aan met de populatie. Hengsten met een lage verwantschapspercentage zijn in het voordeel om goedgekeurd te worden. Het KFPS streeft een inteelttoename na in de populatie lager dan 1% per generatie.